Je hebt vast gemerkt dat de witte bami van de Chinees op de hoek heel anders smaakt dan de gedroogde bruinige mienestjes die je in de supermarkt kunt krijgen. Smaak is persoonlijk, maar die van de Chinees heeft duidelijk mijn voorkeur.

bami

Bij de Chinese groothandel vond ik wel honderd soorten bami-achtige noedels. Ik heb er een paar geprobeerd, maar geen enkele was zo wit of smaakte zoals die het gemiddelde Chinese restaurant. Waar zouden zij het dan kopen?

Dan maar zelf experimenteren. Het resultaat zie je op de foto, maar je zou het eigenlijk moeten proeven. Kook je mee? Hieronder mijn recept:

Ingrediënten:

  • 3 eieren maat M of L (bij voorkeur biologische)
  • 300g gewone witte tarwebloem
  • ½ prei
  • water
  • zout
  • zonnebloemolie
  • eventueel ve-tsin (smaakversterker)
Benodigdheden:

  • eierscheider
  • weegschaal
  • theelepel
  • kleine koekenpan
  • grote koekenpan of wok
  • deegroller of pastamachine
  • mes
  • vergiet of grote zeef

Werkwijze:

  • Scheid twee eieren met behulp van een eierscheider in eiwit en eigeel.
  • Vul het eiwit met water aan tot in totaal 100g vloeistof.
  • Meng het eiwit met 300g bloem en een halve theelepel zout. Kneed het zo verkregen deeg met de hand vijf minuten stevig door.
  • Verpak het deeg in vershoudfolie of een luchtdicht bakje en leg het een half uur in de koelkast. Zo wordt het zachter en beter verwerkbaar.
  • Vul het eigeel aan met nog een heel ei en een snufje zout. Bak het eigeelmengsel met wat zonnebloemolie rul in een koekenpan en zet het apart.
  • Snij de groene helft van een dunne prei in reepjes en bak de prei met wat zonnebloemolie enkele minuten zachtjes in een koekenpan en zet het apart.
  • Breng een pan met twee liter water aan de kook.
  • Haal het deeg uit de koelkast en kneed het met de hand nog vijf minuten stevig door.
  • Rol het deeg stapsgewijs dun uit met een pastamachine of deegroller en snijd de deegplakjes in reepjes. Maak de reepjes niet te lang want dan schept het straks zo moeilijk om bij het bakken.
  • Voeg twee ruime theelepels zout toe aan het kokende water en kook de bami in twee minuten gaar. Voeg geen olie aan het water toe.
  • Laat de bami goed uitlekken in een vergiet, spoel de bami af met koud water en laat weer uitlekken.
  • Roer een scheutje zonnebloemolie door de bami tegen het plakken en meng de prei en het eigeel erdoor.
  • Voeg eventueel een mespuntje ve-tsin toe.
  • Bak het geheel in een grote koekenpan of wok op hoog vuur tot de bami goed droog is. Schep goed om.

Met glutenrijke tarwebloem en genoeg kneden kun je het ook zonder toevoeging van eiwit maken. Het is dan lastiger om de bami heel te houden tijdens het uitrollen en snijden, maar het resultaat is een nog zachtere bami die smelt op de tong.

Speel en experimenteer smakelijk!